Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Besluit van 15 oktober 2018, houdende regels inzake de rechtspositie van staten- en commissieleden, gedeputeerden, commissarissen van de Koning, raads- en commissieleden, wethouders, burgemeesters en de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur en de voorzitters van de waterschappen (Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers) (Stb. 2018, 386). Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2019. In afwijking van het eerste lid, treden de hoofdstukken 2 en 4 en de artikelen 5:1, eerste en tweede lid, en 5:2, eerste, tweede, derde, vierde, vijfde en tiende lid, in werking met ingang van 28 maart 2019. In afwijking van het eerste en tweede lid, treden de artikelen 2.1.1, derde lid, 2.1.6, derde lid, 2.2.6, vijfde lid, 2.4.1, derde lid, 3.1.1, vierde lid, 3.1.6, derde lid, 3.2.6, vijfde lid, 3.4.1, derde lid, 4.1.1, derde lid, 4.1.6, derde lid, 4.2.6, vierde lid en 4.4.1, tweede lid, in werking met ingang van 1 januari 2020.
overige ontwikkelingen, 10-12-2018