Werkneemster heeft antironselbeding overtreden en is een (gematigde) boete van € 2.500 verschuldigd aan werkgeefster. De nieuwe werkgeefster van werkneemster heeft onrechtmatig jegens werkgeefster gehandeld, maar is geen schadevergoeding verschuldigd.

Werknemer vordert volgens hem ten onrechte uitgevoerde looncorrectie. Vordering afgewezen. Werknemer is er juist op vooruit gegaan.

Schadebegroting aan de hand van artikel 6:104 BW. Schadevergoeding van € 34.290,23 toegewezen. Onderzoekskosten van € 23.854,02 toegewezen.

Tussenbeschikking. Werkneemster staat onder bewind op de dag van indiening van het verzoekschrift. Bewindvoerder dient op te treden als formele procespartij.

Vordering in kort geding van werknemer om toegelaten te worden tot gebruikelijke werkzaamheden wordt afgewezen, omdat niet aannemelijk is dat in een gewone procedure zal worden geoordeeld dat werkgever zich niet als goed werkgever heeft gedragen.

Niet is vast komen te staan dat A in strijd met de overeenkomst van uitlening werknemers van B in dienst heeft genomen. Afwijzing vordering tot betaling boete.

Vordering zzp’ers tot gelijkstellen coronasteun zzp’ers aan (indirecte) loonsteun werknemers afgewezen.

Vordering achterstallig loon wordt toegewezen. Ook wordt een succesvol beroep gedaan op de tienminutenregel. De tien minuten die werkneemster eerder aanwezig moet zijn, worden aangemerkt als werktijd.

Wrakingsverzoek vanwege het niet aanhouden van zitting wordt afgewezen.

Kort geding. Loonvordering afgewezen. Nader bewijs over te betalen bedrag nodig.