Naar boven ↑

Update

Nummer 45, 2025
Uitspraken van 30 oktober 2025 tot 5 november 2025
Redactie: prof. mr. dr. A.R. Houweling, mr. L. Kirkpatrick, mr. M. Assenberg van Eijsden, mr. R. van Hemert, mr. P.H. de Jongh, mr. C.P. Kuijer, mr. drs. T.J. Post, I.J. Schipper, mr. S.A. Slootweg, mr. V. Twilt, mr. R.R.T. van de Ven en mr. S. Wiersma-Helal.

Geachte heer/mevrouw,

Bijgaand treft u weer een nieuwe AR Update aan.

Rechtspraak
Graag wijzen wij u op de volgende uitspraken.

HvJ EU: beschikbaarheidsdienst plv.-officier van justitie kwalificeert als arbeidstijd
In AR 2025-1400 oordeelt het Hof van Justitie EU dat de permanente beschikbaarheid van een plaatsvervangend officier van justitie (van Kroatië) kwalificeert als arbeidstijd, voor zover de vrije invulling van de tijd (onder meer door korte reactietijd en beperkte actieradius) beperkt wordt. De uitsluiting van medewerkers van het Openbaar Ministerie van de Arbeidstijdenwet is in strijd met de Arbeidstijdenrichtlijn, omdat alleen specifieke werkzaamheden kunnen worden uitgezonderd of bijzondere omstandigheden (een aanslag of noodsituatie).

HvJ EU: schending kennisgevingsplicht bevoegd gezag bij collectief ontslag kan niet met enkel opschorting opzegtermijn worden gerepareerd
In AR 2025-1401 en AR 2025-1402 oordeelt het Hof van Justitie EU dat het doel van de kennisgeving aan het bevoegd gezag in geval van collectief ontslag is gelegen in het helpen voorkomen van ontslagen. Een nationale maatregel inhoudende dat kan worden opgezegd voor melding, maar met opschorting van de opzegtermijn of het doen van een onvolledige melding met verlenging van de opzegtermijn, doet geen recht aan het doel van de kennisgeving en is derhalve in strijd met artikel 6 Richtlijn 98/59/EG.

Ktr.: geen recht op 100% doorbetaling bij ziekte ondanks eerdere periode van 103 weken doorbetaling van volledig loon tijdens ziekte
In AR 2025-1391 oordeelt de kantonrechter dat werkgever werknemer eerder gedurende een periode van 103 weken arbeidsongeschiktheid, 100% loon heeft doorbetaald. Dit kan bij werknemer verwachtingen hebben gewekt, maar dat is niet voldoende om te spreken van een vaste gedragslijn die als een arbeidsvoorwaarde kan worden aangemerkt. Uit de gedragingen blijkt dat werkgever uit coulance heeft doorbetaald. Bovendien is werknemer na een periode van 103 weken arbeidsongeschiktheid na een paar maanden opnieuw uitgevallen. Werknemer mocht niet van de werkgever verwachten dat hij opnieuw uit coulance een hoger percentage dan de voorgeschreven cao-norm zou betalen.

Drie keer klokkenluiders… zonder bescherming
In AR 2025-1379 slaagde werknemer er niet in aan te tonen dat sprake is van een misstand in de  zin van de Wbk.
Ook in AR 2025-1378 oordeelt de rechter dat er geen sprake is van een misstand. De rechter stelt dat de klachten van werkneemster enerzijds (fysiek) intimiderend en ondermijnend gedrag van haar leidinggevenden betreffen en anderzijds neemt zij het standpunt in dat zij door haar leidinggevenden niet in staat wordt gesteld om haar werkzaamheden uit te voeren, omdat zij haar uitsluiten of omdat zij door haar gemaakte (prijs)afspraken met klanten terugdraaien. Omdat alleen de klachten van werkneemster bekend zijn, overstijgt de klacht over het onethische gedrag van haar leidinggevenden niet het persoonlijke belang van werkneemster en kan dit niet gezien worden als een misstand uit artikel 1 Wbk.
In AR 2025-1392 oordeelt de rechter dat de ontslagaanvraag bij het UWV wegens bedrijfsbeëindiging geen verband houdt met de melding Wbk, nu de melding van werknemer drie dagen voor de adviesaanvraag bij de OR over gehele bedrijfssluiting plaatsvond.

Inzenden eigen rechtspraak
Steeds vaker ontvangen wij ingezonden rechtspraak. Dank daarvoor! Beschikt u zelf over een nog niet gepubliceerde uitspraak die relevant is voor de arbeidsrechtpraktijk en rechtsontwikkeling, klik dan hier om de geanonimiseerde uitspraak in te zenden.

Vragen of opmerkingen
Mocht u vragen of opmerkingen hebben over deze nieuwsbrief, dan kunt u mailen naar klantenservice@boom.nl.

Rest ons nog u een bijzonder fijne dag toe te wensen.

Met vriendelijke groet,

Prof. mr. A.R. (Ruben) Houweling en mr. L. (Linde) Kirkpatrick (hoofdredactie)

Hof van Justitie van de Europese Unie

Hof

Rechtbank